Tips en weetjes
Kookplaten
De gaskookplaat
Het principe van koken is bij alle kookplaten op gas hetzelfde, enkel het basismateriaal waarop de branderpitten zijn gemonteerd verschilt. De types van kookopvangplaten zijn roestvrijstaal, geëmailleerd staal,gehard glas of vitrokeramisch glas.
De klassieke elektrische kookplaat
Het verschil bij de kookplaten is vooral te vinden in de grootte van de vuren en hun vermogen. Diameters kunnen gaan van 145mm tot 220mm, voor grotere potten en pannen.
Ook het vermogen varieert sterk tussen de verschillende soorten. Dit kan gaan van 1000 Watt tot 2600 Watt.
De elektrische vuren zijn ingebouwd in een kookvlak. Dit vangt het vuil op dat voortkomt uit het gebruik. Deze plaat kan gemaakt zijn van geëmailleerd plaatstaal, roestvrij staal of glas.
De vitrokeramische kookplaat
De kookplaat met keramisch, hittebestendig glas bestaat meestal uit 4 stralingselementen die via infrarode straling en geleiding warmte afgeven op de afgebakende kookzones. De elektrische weerstanden zitten vlak onder het glas gemonteerd. De kookzones lichten op wanneer ze warm zijn en verschillen van grootte. Doorgaans zijn er twee grote en twee kleine kookzones. De glasplaat is slechts enkele millimeters dik.
Soorten vitrokeramische kookplaten:
halogeenvuren :
Bij de halogeenzones vindt men de zogenaamde “full halogeen” zones die enkel met halogeenlampen warmen. De meest gebruikte zijn echter de gecombineerde zones waardij de halogeentechnologie tesamen met weerstanden wordt ingezet. Het voordeel van de gecombineerde technologie is dat deze snelheid en regelbaarheid combineert. De pure halogeenzones warmen zeer snel op, maar zijn niet zo goed regelbaar: om de gewenste temperatuur aan te houden wordt de lamp constant aan- en uitgeschakeld, wat steeds weer tot warmtepieken leidt. Er zijn verschillende verhoudingen halogeen / gloeispiralen. Deze gaan van 33%/67% tot 67%/33%. De inertie is kleiner naargelang het aandeel gloeispiralen kleiner is.
vitrokeramische sensorkookplaten :
Een aantal fabrikanten brengen eveneens sensorgestuurde kookplaten op de markt. Er bestaan verschillende technologiën van sensorsturingen. De meest bekende zijn de infraroodsensoren en in het vitrokeramisch glas geïntegreerde temperatuursensoren. De meest gekende variant hiervan is de braadsensor. De infraroodsensoren zijn telescopische sensoren die in de kookplaat zijn geïntegreerd. Wanneer men sensorgestuurd wenst te koken brengt men de sensoren naar buiten. Blijven de sensoren ingedrukt, dan kookt men op de klassieke manier. Elke sensor is aan de nabijliggende zone gekoppeld. Tijdens het sensorkoken stelt men geen vermogensstand in, maar kiest men een bepaalde temperatuur. De temperatur kan ingesteld worden tussen 60° en 180° C. De kooksensoren “lezen” de temperatuur in de pot op de rand van de kookpot af: de pot zendt door zijn warmte een infrarode straling uit die door de sensor wordt opgevangen. Dit wordt als een temperatuur geïnterpreteerd en naar de sturing gestuurd die ervoor zorgt dat de temperatuur in de pot op het gewenste peil blijft. Het voordeel van deze technologie is dat slechts zoveel warmte wordt toegevoerd als daadwerkelijk nodig is. Dit spaart energie. Daarenboven wordt aanbraden of overkoken vermeden. Ook wordt het overbodig te roeren – roeren is nodig om aanbraden te vermijden. Ook dient men zich niet meer het hoofd te breken over welke vermogensstand men dient te kiezen om het kookproces op de juiste snelheid aan de gang te houden. Met andere woorden: inschakelen en niet meer naar om kijken tot wanneer het kookproces is afgelopen. Nadeel van deze technologie is dan weer dan aangepaste kookpotten noodzakelijk zijn. Klassieke inox kookpotten zijn niet echt geschikt daar zij zeer slecht infrarode straling uitzenden. Veelal worden een aantal kookpotten met de kookplaat meegeleverd. Gekleurde kookpotten of geëmailleerde kookpotten voldoen dan weer wel aan de vereisten.
inductie :
Werking inductie
Het principe van inductie maakt van de panbodem het eigenlijke verwarmingselement. Bij inductiekookplaat worden er geen weerstanden meer gebruikt. In plaats daarvan zit er onder de op de kookplaat afgebakende zone een elektrische vlakke spoel waardoor een hoogfrequente wisselstroom gestuurd wordt. Hierdoor ontstaat een hoogfrequent magnetisch veld dat doorheen het vitrokeramisch glas heen en ongeveer een centimeter boven het kookvlak heerst. Zolang er geen kookpot in dit magetisch veld wordt geplaatst, wordt er geen warmte geproduceerd. Wanneer men nu een kookpot met ferromagnetische bodem – een bodem waar een magneet blijft aan kleven – zal de potbodem opwarmen. Deze wartmte ontstaat door het wisselende magnetisch veld inductiestromen opwekt in de potbodem. Deze zogenaamde wervelstromen veroorzaken de hitte in de potbodem die door het Joule-effekt worden verspreid. Een bijkomend effect dat door het inductie-effekt wordt gerealiseerd is het zogenaamde hysteriseffekt, de snelle draaiing van de metaalkristallen die trachten het steeds wisselend magneetveld te volgen. Hierdoor ontstaat wrijving tussen de kristallen wat weer aanleiding geeft tot warmteontwikkeling.
Voordelen inductie
Een inductiekookplaat is vrij duur in aankoop maar zeker het overwegen waard door de grote voordelen die inductie biedt. Dit nieuw principe van koken heeft een enorm snelle reactietijden bij het in- en uitschakelen van de energietoevoer. Vaak wordt beweerd dat het gaarproces zelf ook versneld wordt door inductie. Dit is echter niet het geval, enkel de opwarmfase gebeurt erg snel. Dit verkort het hele kookproces op zich wel maar koken op zich gaat niet sneller. De inductiekookplaat reageert bovendien even snel als een gaskookplaat – er is hier met andere woorden ook geen sprake van enige traagheid. Dit houdt in dat wanneer het vermogen van een kookzone wordt gereduceerd men dit ook onmiddellijk in de kookpot merkt: indien men een zone uitschakelt waar een kookpot met melk die dreigt over te koken op staat, zal de opschuimende melk direct terugvallen en kookt de zaak niet over. Ook na het koken wordt de kookplaat bijna onmiddellijk koud doordat het niet langer de kookplaat is die de pot opwarmt, maar de kookpot die het vitrokermaisch oppervlak. De oppervlaktetemperaturen van het glas blijven tijdens het koken berperkt tot ongeveer 120° C. Bij frituren of bakken kan de temperatuur van het glas maximaal oplopen tot zo'n 200° C. Dit heeft als wezenlijk voordeel dat wanneer iets overkookt, het niet op het glas zal aanbakken of inbranden, waardoor de plaat veel makkelijker te reinigen is. Wanneer men een kleinere kookpot gebruikt op een grote kookzone dan zal bovendien de kookplaat enkel daar opwarmen waar de pot staat. De rest van de kookzone blijft koud. De veiligheid van de kookplaat wordt ook rijkelijk verhoogd. Er moet een pan op de kookzone staan of er is geen warmteontwikkeling. Het gevaar voor verbranding is heel minimaal. Dit draagt ook bij aan de energiebesparing bij de aanschaf van een inductiekookplaat. Doordat het vuur alleen werkt als de kookpot er staat wordt er geen energie verspild als de pan even van het vuur is. Nadeel van de inductiekookplaat is dat ze nog steeds vrij duur is, hoewel de trend de laatste jaren duidelijk dalend is. Aan de inbouw van een inductiekookplaat dient wel de nodige aandacht besteed te worden. Daar de kookplaat hoofdzakelijk uit elektronica bestaat die tijdens de werking behoorlijk warm kan worden, dient er voldoende verluchting voorzien te worden. De fabrikanten zullen hieraan uitgebreid aandacht besteden in hun montagehandleiding.
De tepan yaki
De tepan yaki is een rechthoekige bakplaat uit roestvrij staal, afkomstig uit de Japanse keuken.
Deze ingebouwde kookplaat werd gecommercialiseerd vanuit de Japanse restaurants. Het is een rechthoekige bakplaat uit roestvrij staal. Het bakoppervlak wordt rechtstreeks verhit en de technologie maakt een gelijkmatige en snelle verdeling van hitte mogelijk. Olie kan gebruikt worden maar de plaat bakt niet aan. Bakken op een Tepan Yaki is hierdoor erg gezond. De platen variëren van 36 tot 58 centimeter en de bediening gebeurt elektronisch. Op een Tepan Yaki is het aangeraden om, in plaats van messen en vorken, speciale spateltjes te gebruiken om het oppervlak niet te beschadigen.
Domino’s
Of je nu inductie of op gas kookt, elke kookplaat kan tegenwoordig gekocht worden met een grote variatie in vuren en verschillende afmetingen: van 30 cm tot 120 cm breed, voor elk wat wils. Bovendien kan men de kookplaat uitbreiden met extra kookelementen die elk een aparte functie kunnen vervullen. Er kan zelfs voor geopteerd worden om zich zelf een eigen kookplaat samen te stellen uit verschillende van deze smalle elementen. Dit type van smalle kookplaat noemt men ook wel eens “domino's” omwille van de gelijkenis in vorm met de gekende dominosteentjes. Domino's bestaan in een groot aantal uitvoeringen: gas, vitrokeramische kookplaat met twee of één enkele zone, inductie, wok, lavagrill, contactgrill, stoomkoker, tepan yaki, friteuse,... De meest voorkomende variant van de domino's is 30 cm breed, maar er bestaan ook bredere uitvoeringen.